Museum Van de Geest
Na een ingrijpende verbouwing opende eind november 2020 in Haarlem een compleet vernieuwd Museum van de Geest | Dolhuys, waar je op een interactieve manier meer ontdekt over je eigen geest en die van anderen. Naast een nieuwe museale presentatie, is het 700 jaar oude monumentale pand gerenoveerd en vernieuwd. VB erfgoed & architectuur heeft een ontsluiting met entree en ontvangstruimte ontworpen om de museale functies te verbeteren en bezoekers beter te faciliteren. Ook maakten zij een nieuw ontwerp voor de historische kapel. “We hebben bewust gekozen voor een transparante, eigentijdse as die visuele verbindingen legt, zowel met buitenruimten als binnen het museum. De bestaande parels van dit historische complex worden met het nieuwe ontwerp nog beter zichtbaar.”
Het gebouw is een Rijksmonument en vormt het decor van 700 jaar zorggeschiedenis. Als ‘architectuur van de uitsluiting’ was het een quarantaine gebouw avant la lettre en bood het onderdak aan leprozen, pestlijders, dollen, armen, zieken en anderen die als ‘buitenmaatschappelijk’ werden bestempeld. Als laatste was het een crisisopvang voor mensen in de psychiatrie. Het complex herbergt de enige overgebleven dolcel in Nederland. Hoe onwaarschijnlijk dat nu ook lijkt, eeuwenlang was deze functie voor samenleving en vaak ook voor de zieken een uitkomst. De bijzondere historie en het unieke museum versterken elkaar. Sinds 2005 is op deze unieke en toepasselijke plek dan ook het Museum van de Geest gevestigd. Het museum belicht in haar nieuwe opzet het wonder, het talent en de veerkracht van de geest. In het nieuw ontwikkelde museumcircuit staan zorg, denken over en verbeelding van de geest centraal. Door de tijden en culturen heen, van dichtbij naar het collectief. Zo draagt het museum bij aan een inclusieve samenleving die neurodiversiteit centraal stelt. Opgave Museum van de Geest | Dolhuys omvat zeker tien verschillende bouwdelen. Ze zijn in verschillende tijden tot stand gekomen en hadden alle een eigen functie in de zorg voor de mensen die er onderdak hadden. Als museum is het voormalige zorgcomplex nooit ideaal geweest. De cultuur- en architectuurhistorische waarde is evident, maar in de aaneenschakeling van historische bouwdelen was een overzichtelijke museumroute lastig in te passen. Daarnaast waren de faciliteiten niet toegerust op het alsmaar groeiende succes en gebruik. Een noodzakelijke hersteloperatie aan de draagconstructie leidde tot heroverweging van de lokalisering van functies en een nieuw programma voor een hedendaags museum. VB erfgoed & architectuur en Kossmanndejong (tentoonstellingsontwerp) grepen de noodzakelijke bouwkundige renovatie van het monumentale complex aan om ook de logistiek en functionaliteit van het museum te verbeteren.
Gelegen tussen de beide binnentuinen vormen entree en foyer een nieuwe as en het hart van het museum. Hiermee komen verschillende functionaliteiten op het gewenste niveau: publieksontvangst, educatie voor scholen, bedrijfsontvangsten en hoogwaardige horeca. Enkele latere aanbouwen aan de oudste delen van het complex uit de veertiende en vijftiende eeuw -de kapel en de zorgzaal- zijn verwijderd om deze nieuwbouw mogelijk te maken. De entree van het museum bevindt zich naast de kapel, zoals dat ook in de middeleeuwen het geval was. De aangrenzende foyer ontsluit als een scharnierpunt het museumcafé in de kapel, het auditorium in de parkzaal en de start van de vernieuwde museumroute in de zorgzaal. Entree en foyer voegen zich als missende puzzelstukken tussen de historische bouwdelen, maar hebben dankzij een eigentijdse vormgeving ook een eigen gezicht. Door de entree bewust achter de tuinmuur te positioneren, blijft het besloten karakter van het complex behouden. De poort in de muur en de boven de tuinmuur uitstekende luifels zorgen ervoor dat de nieuwe entree toch van veraf herkenbaar is. Entree en foyer zijn opgebouwd uit horizontale luifels en verticale coulissen, waardoor een gelaagdheid ontstaat die past bij het historisch gegroeide karakter van het complex. Luifels en coulissen zorgen voor een beschutte ontvangst, begeleiden bezoekers naar de foyer en bieden zicht op de omringende monumentale bebouwing. Het weglaten van de luifel bij het hogere ontvangstgedeelte van de foyer benadrukt het verschil tussen verkeers- en verblijfsruimte. Een bijzonder dakranddetail zorgt er hier juist voor dat de glazen pui ‘uitpuilt’ richting de binnentuin en de relatie tussen binnen en buiten kracht bijzet.
De nieuwbouw is eigentijds vormgegeven, maar sluit in materialisatie (steen, hout en staal) aan op de middeleeuwse gebouwen. Coulissen, wanden en plafonds bestaan uit een deels open lattenstructuur van naturel padoek hout, passend bij bijvoorbeeld het onbehandelde eiken van de imposante middeleeuwse gebinten in de kapel en de zorgzaal. Kozijnen, dakranden en wandkaders in donkergrijs aluminium en staal voegen zich naadloos tussen de aanwezige muurankers en grijze dakleien. Door de toepassing van veel glas is een heldere ‘binnenstraat’ ontstaan die de duiding van de gebouwdelen van het complex versterkt.
Ten opzichte van de situatie voor de verbouwing is de museumroute omgedraaid. In samenwerking met Kossmanndejong is een tentoonstellingsontwerp gerealiseerd waarin de diverse door het museum ontwikkelde thema’s van de route (ik-jij-wij-zij) aansluiten op het karakter van de ruimte waarin ze zich bevinden. Onderweg fungeren bijzondere plekken in het complex als oriëntatiepunten. Op diverse plekken zijn dichtgezette ramen open gemaakt. Dankzij de nieuwe entree en foyer maken ook de beide binnentuinen integraal onderdeel uit van de museumroute. De entreetuin is informeel ingericht en biedt ruimte aan buitenexposities. De tuin van de foyer functioneert als klassieke, omsloten kruidentuin meer als verblijfsruimte.
Het karakter van de monumentale ruimten is versterkt, zodat de afzonderlijke gebouwen beter ervaarbaar zijn. Historische vloeren, wanden en plafonds zijn hersteld. In de kapel is een in 1927 aangebrachte tussenvloer verwijderd waardoor de fraaie balkenstructuur van de kap en het spitsboogvenster weer geheel zichtbaar zijn. De toegankelijkheid van de kapel is vergroot door de vloer op één niveau te brengen met de rest van het complex. Om de zorgzaal uit 1463 veilig te houden, is de originele spantconstructie volledig gerestaureerd. Door zwammen en bonte knaagkever aangetast hout is verwijderd en vervangen door nieuw eikenhout. In het museumconcept fungeert de zorgzaal als ruimte voor wisselende tentoonstellingen. De parkzaal is casco gerestaureerd om plaats te bieden aan een auditorium voor tachtig tot honderd personen. Moderne plafonds zijn weggehaald, waardoor het originele achttiende-eeuwse plafond met houten delen voor het eerst in tijden weer zichtbaar is. Bij de restauratie is dankbaar gebruik gemaakt van de adviezen van de afdeling Erfgoed van de gemeente Haarlem. De verschillende oude gedeeltes zijn straks in gerestaureerde of vernieuwde staat terug te zien dankzij het werk van Lansink en Verbij Hoogmade (restauratie en onderhoud), Bouwbedrijf Burgy (ver- en nieuwbouw en installaties) en Van Lierop (conservering en herstel houtconstructies).
De ingrepen geven het museum vijftien jaar na opening een herkenbare toegang en een logische museale routing. Alle interne logistiek is gescheiden van de publieksvoorzieningen. Zelfs een lift is gerealiseerd in een latere aanbouw zodat de toegankelijkheid naar de op de eerste verdieping geprojecteerde kantoorfunctie voor re-integrerende vrijwilligers en staf met beperking kunnen betreden. Extra ruimte en voorzieningen faciliteren het groeiend aantal bezoekers en maken de ontvangst van grotere groepen zoals schoolklassen mogelijk. Het stelt Museum van de Geest | Dolhuys in staat haar belangrijke missie in de komende decennia nog breder uit te dragen.
Projectdetails
Categorie: Restauratie
Opdrachtgever: Gemeente Haarlem
Programma: Museum
Bouwkosten: € 2,8 miljoen
Status: Opgeleverd
Opleverdatum: Oktober 2020