Zeeuws Archief

Door het samengaan van het Rijksarchief in Zeeland en de archieven van Middelburg en Veere ontstond het Zeeuws Archief. En daarmee ontstond ook behoefte aan een nieuw archiefgebouw. Het Van de Perrehuis in Middelburg, een stadspaleis uit 1766 dat werd ontworpen door Jan Pieter van Baurscheidt de Jonge, leek hiervoor het meest geschikt.
De opgave voor de restauratiearchitecten was het realiseren van een programma van eisen voor een vloeroppervlakte van zo’n tienduizend vierkante meter in, onder en in de omgeving van het Van de Perrehuis. In het monumentale gebouw was voor de restauratie de rechtbank gevestigd. De oorspronkelijke gebouwstructuur diende als uitgangspunt voor de ontwikkeling van het nieuwe complex. Aan de verlengde gang zijn de hoofdtrappen, de liften en de nieuwe publieksentree geplaatst, waardoor een compacte infrastructuur is ontstaan. Boven de ondergrondse archiefbergingen is een eigentijdse nieuwbouw gerealiseerd. Het Van de Perrehuis is in zijn oorspronkelijke kleurigheid teruggebracht, waarbij het kleurgebruik deels geïnspireerd is op de teruggevonden historische kleuren en deels op reconstructies van de oude kleuren. Een naoorlogse gebouwvleugel in de stijl van de Delftse School, ontworpen door De Lussanet de la Sabloniere, is in het complex opgenomen. In het ontwerp is het contrast tussen het nieuwe en het oude gebouw het uitgangspunt. Door het contrast kon niet alleen de nieuwe opgave goed opgelost worden, maar is ook volstrekt helder wat oud en wat nieuw is. Kunstenaar Frans Franciscus heeft de tuinkamer op de bel-etage, die geen oorspronkelijke decoratie meer had, op een opmerkelijke manier nieuw gedecoreerd.