Geschiedenis
‘Je verleden is je toekomst’
Een aantal bijzondere ontmoetingen en een schijnbaar toevallige samenloop van omstandigheden zorgden er ruim veertig jaar geleden voor dat Cor Bouwstra zich als architect toelegde op het restauratievak en samen met Arie Verlaan een eigen bureau startte. Ook het huidige partnerschap met architecten Harriën van Dijk en Roel Lichtenberg komt voort uit een reeks toevallige en minder toevallige ontmoetingen. De gedeelde passie voor zowel het uitdagende van een nieuw ontwerp als het ambacht van het restaureren inpassen leidde onvermijdelijk tot een samenwerking. Een vraaggesprek met het drietal over het verleden, het heden en de toekomst van VB architectuur & erfgoed.
Door Leon Sebregts
Sinds begin 2021 vormen jullie met z’n drieën de directie van VB erfgoed & architectuur. Hoe is deze samenwerking tot stand gekomen?
Cor:
‘Nadat Arie Verlaan in 2007 het bureau verliet, heb ik het een aantal jaar alleen geleid. Harriën ontmoette ik voor het eerst bijna twintig jaar terug op de post-hbo-opleiding Bouwhistorie en Restauratie in Utrecht, waar hij studeerde en ik lesgaf. Daarna kwamen we elkaar steeds weer tegen. Onder andere in Den Bosch en Hilversum, waar hij bij de gemeentelijke erfgoedafdelingen werkte en ik in de welstandscommissies zat.’
Harriën:
‘Naast mijn werkzaamheden voor de gemeente Hilversum, zat ik inmiddels zelf in de commissies van Den Bosch en Utrecht en werkte ik als zelfstandig restauratiearchitect. Dat werd te veel om te combineren. Toen ik in een welstandsvergadering aangaf dat ik afscheid van de gemeente ging nemen, belde Cor een dag later om eens koffie te drinken. In eerste instantie was ik wat terughoudend. Het was niet meteen mijn bedoeling om mede-eigenaar van een bureau te worden. Toch leek het me interessant om met de slagkracht van een bureau aan grotere en interessantere projecten te kunnen werken dan alleen. We besloten eerst wat projecten samen te doen om erin te groeien. Dat pakte goed uit en een paar jaar geleden hebben we de samenwerking geformaliseerd. Ik heb wel steeds gezegd dat ik het bureau over een aantal jaar niet in mijn eentje wil overnemen.’
Roel:
‘Harriën en ik kwamen elkaar een aantal jaar geleden tegen toen hij architectuur studeerde aan de TU Delft. Hij studeerde af op het Jongeriuscomplex in Utrecht, een project van mij bij BLAUW architecten. Zowel persoonlijk als professioneel klikte het tussen ons. Vanwege zijn specifieke restauratiekennis fungeerde hij gedurende de realisatie van het project als intern adviseur. Zelf stond ik bij BLAUW op een kruispunt: na twaalf jaar was ik toe aan een nieuwe stap. Omdat mijn hart altijd al sneller ging kloppen van restauraties en ik het leuk vind om te organiseren en met verschillende disciplines samen te werken, kwam de vraag van Cor en Harriën om me bij VB aan te sluiten als geroepen.’
Was het belangrijk met de komst van Harriën en Roel de continuïteit van het bureau te waarborgen?
Cor:
‘Jazeker. Continuïteit is belangrijk voor de mensen die hier al jaren werken, maar ook voor Harriën en Roel als nieuwe partners. Wat je in het verleden hebt gedaan, maakt dat je dingen kunt doen in de toekomst. Dat moet je onderhouden. Het zit in de mensen en in de projecten. Architectenbureaus worden over het algemeen steeds specialistischer. Dat zit niet in onze genen. Wij hebben alles in huis, van specifieke restauratie- en materiaalkennis tot het maken van bestekken en het berekenen van bouwkosten. Omdat projecten bij ons vaak op ons pad terugkomen, is het fijn dat de kennis uit het verleden niet verloren gaat.’
Harriën:
‘Bij VB hebben we een zeer beperkt verloop van medewerkers en dus van kennis en ervaring. Mensen beginnen hier vaak vanuit een stage en blijven vervolgens hangen. Bij ons kunnen opdrachtgevers en samenwerkingspartners erop vertrouwen dat we een karwei met z’n allen afmaken. Met Roel erbij verbreden we onze focus en richten we ons naast de restauraties met of zonder uitbreiding ook meer op woningbouw, herbestemmingsopgaven en programmatische vraagstukken.’
Roel:
‘Ons vak gaat niet alleen over het ontwerpen of restaureren van gebouwen. Het gaat vooral over de identiteit van een plek en over mensen. Dat maakt het heel breed en interessant. Een zo integraal mogelijke aanpak is daarvoor noodzakelijk.’
Wat is naast continuïteit en betrouwbaarheid nog meer kenmerkend voor de werkwijze en visie van VB erfgoed & architectuur?
Cor:
‘We streven altijd naar harmonie, zowel in processen als in projecten. We dienen een gedeeld belang. We staan voor het belang van de opdrachtgever, maar ook voor het monumentenbelang. Om beide recht te doen, maken we beargumenteerde afwegingen. Monumenten veranderen voortdurend. Je kunt ze niet bevriezen. Alles behouden, betekent dat je alles moet aanpassen en dus ook alles aantast. Soms is het beter heel bewust iets op te offeren om functionaliteit toe te voegen, zodat je het andere écht kunt behouden. Als we ingrijpen, doen we dat op de plek waar dat het minst pijn doet, bijvoorbeeld daar waar al eerder is ingegrepen.’
Harriën:
‘De zoektocht naar de omgang met een gebouw is projectafhankelijk. We hebben geen vast bureauconcept. We starten altijd met een uitgebreide analyse. Wat verdraagt een gebouw? Wat zijn de kwaliteiten? Wat zijn de karakteristieken? Vervolgens zoeken we naar oplossingen die uit het gebouw voortkomen. Dat kan een contrasterende uitbreiding zijn, maar net zo goed een terughoudende ingreep of historiserende reconstructie. Harmonie ontstaat in de ene situatie door contrast, in de andere door balans.’
Wat onderscheidt VB erfgoed & architectuur van andere (restauratie)architecten?
Harriën:
‘Binnen het team verstaan we zowel het ambacht van het restaureren als het ambacht van het ontwerpen. We doen zelf onderzoek, maken analyses en waardestellingen, verrichten bouwkundige opnames en stellen restauratiestukken op. Dankzij onze ervaring bij gemeentelijke erfgoedafdelingen en commissies hebben we goede contacten en inzicht in bestuurlijke processen. We luisteren naar een gebouw en spreken de taal van ‘Erfgoed’. Door al in een vroeg stadium in gesprek te gaan, tasten we over en weer af wat belangrijk is, welke gevoeligheden er zijn en waar mogelijkheden zijn. Veel architecten volgen braaf een waardestelling, waardoor oplossingen zwart-wit zijn. Er zijn altijd nuances en gelaagdheden. Vanuit onze kennis scherpen we indien nodig waardestellingen aan. Een interessant onderdeel is de aandacht voor interieur. Zowel historische interieurs als het toevoegen van nieuwe elementen die de beleefbaarheid en het karakter versterken.
Roel:
‘De gelaagdheid is er niet alleen aan de erfgoedkant, maar ook op functioneel vlak. Het organiseren en integreren van wensen is ook belangrijk. We luisteren naar een gebouw, maar ook naar onze opdrachtgever en de maatschappij. Toekomstbestendigheid, flexibiliteit en toegankelijkheid zijn steeds belangrijkere thema’s. We behoren tot een selecte groep restauratiearchitecten die bedreven is in de ambachtelijke restauratiearchitectuur, maar ook de ingreep niet schuwt. De kracht van VB schuilt in het samenbrengen van de restauratie- en de ontwerpopgave.’
Welke projecten zijn jullie meest succesvolle? Waar komen de kwaliteiten het best samen?
Harriën:
‘In de projecten waarin één ingreep op één plek de oplossing biedt voor meerdere vraagstukken. Een ingreep doet altijd pijn, maar bij een integrale oplossing is die snel vergeten. Een heldere ingreep kan de leesbaarheid van een monument vergroten en de noodzakelijke context geven. De volledig reversibele, glazen entree van Kasteel Ruurlo is een mooi voorbeeld of de houten paviljoens die tezamen de nieuwe entree en ontsluiting vormen in Museum van de Geest| Dolhuys in Haarlem.’
Roel:
‘Als je zorgvuldig de tijdlagen afpelt, dan wordt een ingreep ineens heel logisch. Bij Villa Jongerius in Utrecht kwamen we via de analyse van de verduurzamingsopgave tot een voor een monument ongebruikelijke oplossing. Door aan de buitenzijde te isoleren, konden we alle bijzondere interieurelementen behouden. Een gedegen historische analyse en de vraag naar een beheersbaar gebouw gaven argumenten voor deze in de monumentenwereld omstreden ingreep. Door de ambachtelijk in elkaar gezette constructie te conserveren, behouden we het erfgoed en maken we het gebouw in gebruik toekomstbestendig.’
Cor:
‘Onze beste projecten zijn de projecten waar meerdere disciplines samenkomen. Zoals in Paviljoen Welgelegen, het provinciehuis van Noord-Holland in Haarlem. Een belangrijk monument met een ingewikkeld programma. Zowel exterieur als interieur speelden een rol. We hebben historische afwerkingen gerestaureerd of gereconstrueerd, historische kleuren en details teruggebracht, maar ook nieuwe trappen en een lift toegevoegd. Het landschap is integraal mee ontworpen.’
Hoe zien jullie de toekomst van VB erfgoed & architectuur?
Harriën:
‘Ik hoop dat we gezegend blijven met uitdagende projecten. Een gebouw vertelt altijd een eigen verhaal en weet je bijna altijd te verrassen. Die dynamiek, het samenwerken met de verschillende disciplines en het continu moeten manoeuvreren, vind ik het leukste aan ons vak.’
Roel:
‘Projecten komen op je pad of niet, maar ik heb er vertrouwen in dat er nog vele interessante zullen volgen. Ik wil me er daarnaast voor inzetten om het plezier en de kennis in het bureau te continueren. Voor de mensen hier, voor onze opdrachtgevers en partners. Daar word ik gelukkig van.’
Cor:
‘Op een gegeven moment houdt het voor mij op. Het is daarom goed dat er instroom is. Het bureau moet blijven vernieuwen. Stoppen is zakelijk niet fijn, maar ook emotioneel niet. Langzaam drogen de opdrachten op, vertrekt iedereen en blijf je met de resten achter. Het is mooi dat het nu gewoon doorgaat. Je moet steeds weer nieuw verleden maken!’